Het verhaal van Simone

30 mei 2021

Toen ik mijn man leerde kennen, had hij al type 1 diabetes. Ik ken hem dus niet anders, zou je zeggen. Maar in de loop der jaren is zijn ziekte steeds meer zichtbaar geworden. Of, beter gezegd, heeft hij zijn manier van leven er op aangepast. En gelukkig maar, want als hij was doorgegaan zoals hij deed, was er weinig meer van hem over, denk ik.
Spoot hij in het begin af en toe even wat insuline in zijn buik, wat voor mij leek op willekeur, propte hij zich vervolgens vol met van alles wat in de kast stond, om daarna weer die spuit te pakken. “Wat ben je allemaal aan het doen?”, vroeg ik dan. En vaak kreeg ik een warrig antwoord, dat kwam dan door de hypo die het gevolg was van verkeerde inschatting. Wist ik veel.

Later stapte hij over op de insulinepomp en gaf hij zichzelf op die manier een dosis insuline. In mijn ogen nog steeds willekeurig, want koolhydraten berekenen deed hij niet, het leek meer op gokken. Het was altijd ‘ongeveer’, terwijl de behandeling van type 1 diabetes het juist goed doet op punctualiteit. Maar ja, wist ik veel.
En dat gokken ging hem eigenlijk niet zo goed af. Toen zijn lichaam zo uitgeput was door veel te veel hypo’s, gaf het een alarmsignaal af. Hij raakte in een insult en kwam hier niet zelf uit. Man, wat schrok ik!
Met 112 aan de lijn moest ik zijn bloedwaarde meten. Ik dacht dat het een epileptische aanval was, maar dit kwam blijkbaar door continu lage waardes. En vanaf dat moment wist ik het wèl: het roer moest om!

Gelukkig vond mijn man dat ook en hij ging steeds bewuster met zijn ziekte om. Hij herkende signalen van hypers en hypo’s en handelde ernaar voordat het escaleerde. Hij vertelde wat hij deed en waarom. Ik verdiepte me erin en kon hem helpen, als zijn hoofd hem in de steek liet. En dat gebeurde nog wel eens.
De hypo’s konden heftig zijn, maar gelukkig luisterde hij naar mij als ik zei dat hij nú wat moest gaan eten. Dat hij mij op dat moment vond zeuren nam ik voor lief, ik wist dat hij later de noodzaak begreep. Het kwam wel eens voor dat ik een hypo eerder zag, aan zijn gedrag en in zijn gezicht, dan dat hij het voelde. Bijzonder eigenlijk…

Inmiddels zijn we alweer heel wat jaren, ervaringen en stappen verder; hij telt elke koolhydraat, hij weegt zijn eten, eet de kast niet meer leeg, hij gebruikt zijn pomp hoe het hoort en het is niet meer zijn lichaam wat een alarmsignaal geeft, maar zijn pomp met bijbehorende sensor. Door die sensor is hij zijn type 1 diabetes vaak een stapje voor en kan hij erger voorkomen. Niet altijd, maar vele malen vaker dan voorheen. En ik? Ik help hem uiteraard nog steeds. Ik weeg en ik reken voor hem, ik denk met hem mee, ik ben blij met zijn mooie hba1c én met zijn tir. We juichen samen wanneer het goed gaat en we balen wanneer het slecht gaat. Ik kan me snel zorgen maken om hem, maar hij zet altijd weer z’n schouders eronder. En weer door!

De insulinepomp doet veel, maar het gaat niet vanzelf zoals veel mensen toch lijken te denken. Zijn waardes zijn over het algemeen zo mooi, omdat híj er zoveel moeite voor doet. Omdat híj vooruitdenkt, er energie instopt, er 24/7 mee bezig is. Zodat hij niet nógmaals in een insult raakt of zijn kans op complicaties vergroot. Ik heb daar zoveel bewondering voor, want ik zie ook dat hij er af en toe helemaal klaar mee is.

O en tegenwoordig is het gelukkig niet zijn schokkende lichaam meer, die hem midden in de nacht iets duidelijk wil maken, maar ben ik het: “Schat, je alarm gaat af…”

Mijn partner heeft type 1 diabetes. Dít is mijn verhaal!

2021-09-28T18:41:38+02:00
Ga naar de bovenkant