Sjanne is (niet meer) zwanger, deel 9:
“De dag van de inleiding en geboorte”

Vrijdagochtend 24 maart mogen we ons om 10.00 uur melden op de afdeling Verloskunde. Vandaag is de dag dat ik ingeleid word. Ik ben nu 38 weken en 1 dag zwanger. Het is spannend, maar ik ben er klaar voor. Ik kijk er enorm naar uit om onze kleine te ontmoeten.

Om 10.00 uur mag ik direct naar een kamer. We starten met een CTG van een half uurtje om te kijken hoe het is met ons kindje. Als dit allemaal goed is, starten ze met het plaatsen van een ballonnetje om ontsluiting te creëren. Gelukkkig. Dit lukt in één keer. Na opnieuw een goede CTG mag ik op de afdeling wachten tot de ballong eruitvalt.

Tijd doden

Dit kan 1 à 2 dagen duren. Ik voel het wel een beetje rommelen in mijn buik. Het gevoel is te omschrijven als menstruatiekrampen. We lopen wat door het ziekenhuis heen en weer ter afleiding en om de tijd te doden.

De volgende ochtend om 6.00 uur valt de ballon eruit. De verloskundige komt langs en voelt mijn ontsluiting. Deze is 2,5 centimeter. Dat is net niet genoeg om mijn vliezen te breken. Daarom krijg ik misoprostol-tabletjes: weeënopwekkers die mij net een extra zetje moeten geven.

Ik neem de tabletjes en mag wederom een half uurtje aan de CTG om te kijken hoe de kleine erop reageert. Vrijwel direct zien we dat onze baby het niet prettig vindt. De hartslag daalt. We besluiten het even aan te kijken en houden het in de gaten.

Vliezen breken

Rond het middaguur voel ik me er toch niet prettig bij. Ik voel wat minder leven in mijn buik en krijg daarom opnieuw een CTG. Mijn onderbuikgevoel klopt: de hartslag van de baby is opnieuw te laag.

In overleg met de gynaecoloog wordt besloten mijn ontsluiting nog eens te checken. Die is 3 centimeter. Ze kunnen mijn vliezen breken. Ik word overgeplaatst naar de verloskamer en weet dat het nu echt zal beginnen.

Om 15.00 uur stipt worden mijn vliezen gebroken. De kleine is nog niet goed ingedaald, waarschijnlijk door veel vruchtwater. Daarom moet de verpleegkundige onze baby naar beneden duwen, tijdens het breken van de vliezen. Zo komt het hoofdje vast te zitten in mijn bekken.

Stabiele bloedsuikers

Het is geen pretje, maar ik weet waar ik het voor doe. Mijn bloedsuikers blijven eigenlijk verrassend stabiel met al deze spanning. Ik merk dat ik wat minder insuline nodig hebt, maar dit komt ook omdat ik weinig heb gegeten door alle spanning.

Als mijn vliezen gebroken zijn, wachten we een uurtje. Dan worden weeënopwekkers aangesloten op mijn infuus. Langzaam worden ze opgevoerd, in vier stappen. Ik voel eigenlijk direct effect en dit is ook op de monitor van de CTG te zien. Daar ben ik nu continu op aangesloten.

Geen suikerinfuus

De weeën worden steeds heftiger. De kleine pakt dit helaas ook op. Mijn suiker stijgt ondertussen van de adrenaline, waardoor een suikerinfuus niet nodig is. Mijn man let op mijn bloedglucosewaarden via de FSL-app op mijn telefoon. Als er iets nodig is, dan geeft hij dat aan. Het voelt superfijn om dit op deze manier te doen en samen zo te managen. Het was van tevoren echt mijn wens om alles zoveel mogelijk zelf onder controle te houden.

De pijn van de weeën wordt steeds intenser. Ze volgen elkaar ook in rap tempo op. Ik vang ze op, samen met mijn man. We doen de ademhalingsoefeningen die ik geleerd heb bij zwangerschapsyoga. Ik heb een TENS-apparaat dat stroomschokjes geeft met plakkers op mijn rug.

Van weeënopwekkers naar weeënremmers
De baby reageer slecht op de hoeveelheid weeën. Daarom wordt de oxytocine via het infuus stopgezet en krijg ik juist weeënremmers. Helaas heeft dit geen effect. De weeën blijven komen. Er wordt nogmaals gekeken naar mijn ontsluiting. Er zijn zorgen over ons kindje en hoe lang we dit op deze manier vol kunnen houden.

Mijn ontsluiting is een teleurstellende 4 centimeter. Dit is niet genoeg en het staat niet in verhouding tot de hoeveelheid en heftigheid van de weeën. De weeënopwekkers kunnen ook niet hoger, omdat de conditie van ons kindje dat niet toelaat.

Spoedkeizersnede
Ik voel het eigenlijk al aankomen. Terwijl ik de volgende wee opvang, zegt de gynaecoloog dat we een spoedkeizersnede moeten gaan doen. De kleine is in nood en het mag niet langer duren. Achter de schermen is alles al geregeld. We mogen gelijk naar de operatiekamer.

Tijd om na te denken heb ik niet, maar de teleurstelling is groot. Je doet zo je best om tijdens de zwangerschap je bloedglucose goed te houden. Je streeft naar een natuurlijke bevalling en dan lukt het alsnog niet. Het is echt even flink schakelen. Ergens voelt het ook als falen.

Ondertussen hoor ik het alarm van mijn FSL. Ik probeer een paar tabletten druivensuiker weg te werken, tussen het zuchten door bij iedere wee. Voor de zekerheid neem ik er een paar extra. Liever even te hoog, dan te laag op dit moment. Ik heb nog even een momentje samen met mijn man. Dan zetten we de knop om. We laten het gebeuren en over ons heen komen. We doen het voor ons kindje. Dat staat op de eerste plaats.

Ruggenprik: mijn grootste angst

Op de operatiekamer staan veel mensen. Omdat ik midden in de weeën zit, voelt het als een roes. Drie mensen houden me vast, terwijl de anesthesist gelijk een ruggenprik zet. Die ruggenprik was een grote angst van me. Iets wat ik pertinent niet wilde. Het staat zelfs in mijn bevalplan.

Gek genoeg interesseert het me nu vrij weinig. Het valt me alles mee. Ik voel de warmte door mijn benen gaan. Als ze geen gevoel meer hebben, mag ik gaan liggen. Na een laatste check van mijn glucosewaarden en een dubbele check van de verdoving, begint de keizersnede. Het is een raar gevoel. Ik voel niks en toch ook weer van alles. Absoluut geen pijn, maar vooral een hoop gedoe en getrek.

Na een paar minuten hoor ik zacht gehuil. Ik zie een heel klein, glibberig lijfje met een blauw met roze mutsje boven het gespannen doek uitsteken. Het doek wordt weggehaald en via een plastic zeil voel ik voor het eerst een voetje. Ik kijk goed. Een meisje!

Onze kleine Lilly is geboren. Voluit noemen we haar Lilly Sophia Grace. Ze is onbeschrijflijk mooi. Mijn man heeft al die tijd naast me gezeten en samen kijken we naar onze dochter. Ze is 2600 gram, écht een kleintje. En dus absoluut geen suikerbaby. Voor ons is ze de meest perfecte baby die we ooit gezien hebben. En ze is helemaal van ons.

Dit is het laatste verhaal wat ik schrijf over mijn zwangerschap. Ik hoop dat mensen die mijn verhalen volgden, iets aan mijn ervaring hebben. Nu of later in de toekomst. Laat diabetes je in ieder geval niet tegenhouden om je kinderwens te verwezenlijken. Het kost veel energie en doorzettingsvermogen. Maar het is zeker niet onmogelijk.

2023-05-18T10:41:15+02:00
Ga naar de bovenkant